Ik zit op school in de kelder van de mediatheek. Het is er doodstil. Ik zit er met drie andere studenten die ook met weet-ik-veel-wat bezig zijn. Even check ik mijn horloge. Bijna acht uur. Ik heb morgen nog een dag en dan moet het echt af zijn: het stageverslag met de hele reutemeteut.
Maar dat is niet het enige. Ik loop tegen een aantal andere deadlines aan. Wanneer zal ik nu eindelijk eens aan mijn planningen gaan houden? Twee herkansingen, een nieuwe toets en nóg een rapport. Wanneer moet ik dan mijn stageverslag maken?
Prioriteiten stellen dan maar… Aah… Even Mijnenveger spelen. Ik heb even geen internetbereik, dus je moet toch wat. Op de achtergrond hoor ik vanuit de speakers van mijn laptop de nieuwste single van Lily Allen: “Fuck you”. Ja, “fuck you very, very mu-u-u-uch!” Gewoon even een spelletje, moet kunnen toch? Fuck even alle andere dingen dan het fantastische spel Mijnenveger. Maar goed, de drang om alles af te ronden is sterker. Inmiddels ben ik toch al drie keer af gegaan bij het spel.
Mijn stageperiode bij Antenne Rotterdam had ups en downs. Tien weken geleden begon ik met een hoge up. In één week tijd stonden er drie columns op de site. Als ik ze teruglees, zou ik ze graag willen herschrijven. Zelfs een onlogische verhaalverband is soms ver te zoeken, laat staan een logische.
De weken erna ging ik even rustig aan, ook met het bezoeken van theaters en dergelijke. Ik wilde graag meedoen in het hele bedrijf, proeven van elk stukje. Maar iedereen zag er drukhebbend uit. Jammer vond ik het. Ik begin maar eens aan mijn onderzoek.
Bij een iets rustigere periode kwam zo af en toe Rini even langs . Spontaan begint hij een gesprek met mij. Overtuigd als hij is vertelt hij mij theorieën die je niet vaak hoort. Dertig procent van de genen van een persoon komt voort uit erfelijkheid, veertig procent ontstaat door de omgeving. Op de achtergrond klinkt er een tokkelend geluid van een gitaar. Het is Stefan, die zijn nieuwste nummer uitprobeert. In een hok met een flatscreen-breedbeeld-pc laat Oscar wel dertig keer het zelfde stukje tekst horen. Rini loopt heen en weer, ondertussen vertellend over zijn theorie. Aan de overige dertig procent komen we niet toe. Een opdrachtgever komt langs. Stefan gaat ook weer aan het werk, Oscar doet een bakkie.
Uiteindelijk zit ik dus hier, in de mediatheek, ’s avonds laat, om even een flink tempo in te zetten. Normaal is het er lekker rustig. Maar er komt een grijsharige man naar beneden. Hij heeft een vervelende tik. Zuchtend en kreunend loopt hij langs een boekenkast. Kijkend naar de kaften. Aan de overkant van mij gaat hij zitten. Zonder iets, tikkend op de tafel. Het is een echte zenuwenlijer. Ik werp heel even een blik op hem, en ga dan weer door met typen. Geërgerd zie ik een andere student kijken. Moet hij nu echt al die geluiden maken? Heeft hij aandacht nodig, ofzo? Gelukkig vertrekt hij al weer snel. Hij laat een boertje. De geërgerde student gniffelt.
Verder met mijn onderzoek. Ik heb te veel te lang uitgesteld. Sommige dingen moet ik nog opzoeken, andere dingen heb ik wel weer mooi compleet. Hoe dan ook, ik moet opschieten. Vandaar dat ik het hier maar bij laat…
Jeffrey – Culture Club